Met de vijf volwassen kinderen zit ik in de woonkamer van hun ouderlijk huis. Moeder is overleden. Ze ligt opgebaard in het verzorgingshuis, waar ze niet zo heel lang heeft gewoond. Vader leeft niet meer.

Door een van de kinderen wordt gevraagd naar rouwkaarten. Mensen verwachten dat ik een boek met een standaard collectie kaarten heb…. Zo’n boek heb ik niet. Als ik dat aangeef, reageren mensen vaak verbaasd. Ik leg dan uit dat voor mij elke rouwkaart uniek en persoonlijk moet zijn. De kaart is een uitnodiging voor de uitvaart, maar ook een tastbare herinnering voor de ontvanger. Ik heb het daarom altijd over een herinneringskaart. Mijn ervaring is dat zo’n persoonlijke kaart altijd een bijzondere plek in huis krijgt. Een standaardkaart verdwijnt meestal in de kast.

Ik geef de kinderen aan dat we samen de rouwkaart gaan maken en laat hen vertellen over hun moeder. Wat voor vrouw was ze? Waar hield ze van ? Door naar haar leven te kijken, kan ik samen met de kinderen bepalen wat bij haar past.

Als ik de vier kinderen vraag wie hun moeder was, wijzen ze allemaal naar de vleugel in de hoek van de kamer. Daarop staan de lijstjes met foto’s van kinderen en kleinkinderen. Eromheen liggen nog de papieren met bladmuziek. Typisch moeder, daar is iedereen het over eens. De muziek, de familie, het rommelige: alles komt samen bij deze vleugel. Ik stel voor om hiervan een foto te maken en die op de voorkant van de herinneringskaart te zetten. Allemaal vinden ze dat een goed idee. Wanneer ik na de uitvaart bij een van de dochters kom, staat de kaart prominent in de woonkamer. Met een brandend kaarsje.