Verpletterd is de familie als ik arriveer. Ik sta in een overvolle kamer vol verdriet. De komende dagen zal ik heel intensief contact hebben met een familie die ik helemaal niet ken.
Een uitvaart van een man van mijn eigen leeftijd, 44 jaar. Zijn kinderen zijn van dezelfde leeftijd als mijn kinderen; confronterend.
Na een kort ziekbed is de man thuis overleden en ligt nu in de woonkamer. Ik probeer alle stappen die er genomen moeten worden zo rustig mogelijk aan de familie uit te leggen. Ik vertel dat je de laatste verzorging van je dierbare zelf mag doen en dat dat helemaal niet eng is. Voor de laatste keer je geliefde aanraken en verzorgen geeft veel voldoening en troost.
Ik vraag of iemand hiermee wil helpen. De jongste zoon laat mij direct weten dat hij graag wil helpen. We beginnen met het wassen en aankleden van haar man, hun vader. De kleding van ‘papa’ is al uitgezocht. De zoon wast met heel veel liefde zijn vader. Ondertussen heeft hij allerlei vragen die ik rustig beantwoord. De zoon trekt met aandacht sokken, broek en overhemd bij zijn vader aan. Hij doet de boord van het overhemd goed, alles moet perfect zitten. Als laatste krijg papa nog zijn eigen geurtje op.
Het raakt me, zoveel liefde voor je vader en zo veel verdriet.